De vaststelling van het aantal kraamzorguren gebeurt aan de hand van het Landelijk Indicatieprotocol Kraamzorg (LIP). Het LIP voorziet in zorg op maat. Deze beoordeling is tijdens drie momenten:

​

1. Tijdens de intake;

2. Kort na de bevalling door de kraamverzorgende in overleg met de verloskundige;

3. Op de derde of vierde dag van de kraamtijd door de kraamverzorgende in overleg met jou en met de verloskundige.

 

Hoelang je kraamverzorgende blijft, is afhankelijk van jouw specifieke situatie. Wanneer je borstvoeding geeft, dan krijg je standaard 49 uren kraamzorg vergoed. Deze uren zijn verdeeld over acht dagen. Geef je kunstvoeding, dan zijn dit 45 uren. Als je de negende en tiende dag van je kraamtijd nog zorg nodig hebt, dan stelt de verloskundige hiervoor de indicatie.

De zorg wordt verleend in aaneengesloten dagen. Vaak komt het erop neer dat de eerste dagen de langste dagen zijn. Er is ruim tijd nodig voor het geven van informatie, je meestal nog niet mobiel en er komt veel visite. Werkelijk alles is nieuw. Dit houdt automatisch in dat de daaropvolgende dagen wat korter zullen zijn om op het juiste aantal uren uit te komen.

We beginnen de zorg meestal rond 8.30 - 9.00 uur.

 

Bijzondere zorguren

 

Een tweeling

Wanneer je een tweeling krijgt, mogen we je in ieder geval twee uur per dag extra zorg geven. Ook heb je recht op zorg tot en met de tiende dag!

 

Ook in andere bijzondere gevallen kun je thuis een aantal uren kraamzorg krijgen. Dit is afhankelijk van de polisvoorwaarden van je zorgverzekeraar. Voorbeelden van bijzondere kraamzorg zijn:

​

Wanneer de baby in de couveuse heeft gelegen;

Wanneer de baby na adoptie bij je thuiskomt;

Wanneer je na de tiende dag nog extra kraamzorg nodig hebt.